Sancerre wijn
Sancerre is een traditioneel wijndorp langs de rivier de Loire. Het dorp Sancerre ligt bovenop een relatief hoge heuvel, rondom het dorp vind je de wijngaarden die onder AOC Sancerre vallen. De beste wijngaarden zijn de relatief beschutte flanken van de heuvels, die ook goed op de zon liggen. Veel wijngaarden liggen hier al honderden jaren, de eerste wijngaarden zijn door de Romeinen aangeplant in de eerste eeuw voor Christus, toen er in de buurt van de kenmerkende heuvel van Sancerre twee bruggen lagen over de Loire.
Eeuwen later, met de aanleg van een spoorlijn vanuit de regio richting Parijs, begon Sancerre echt aan beroemdheid te winnen doordat het makkelijker werd de wijn te vervoeren. De Sancerres vonden hun weg naar de Parijse bistro's waar de wijnen een ware hit werden. Vanuit Parijs wonnen Sancerres snel aan populariteit in de rest van Europa en de Verenigde Staten. Sinds het einde van 19e eeuw werd Sancerre dan ook een echt beroemde wijnstreek, beroemd om (met name) z'n sauvignon blancs over de hele wereld.
Binnen alle AOC's die tot de Loire-streek worden gerekend, is Sancerre bijna de meest landinwaarts gelegen AOC. Hiermee heeft Sancerre een wat meer continentaal klimaat, met koudere winters en warmere zomers. Hiermee wordt de ligging van een wijngaard extra belangrijk, liefst op een beschutte, steile helling, om de druiven te beschermen tegen kou of wind, maar ook om optimaal te profiteren van het zonlicht. De meeste wijngaarden liggen op een hoogte tussen de 200 en 400 meter.
De grondsoorten of "terroirs" in de Sancerre kun je indelen in drie soorten: caillottes (kalksteen), silex (vuursteen) en terres blanches (mix van klei en kalk). In Sancerre is echter iets minder silex/vuursteen te vinden dan in het 10 kilometer verderop gelegen Pouilly-sur-Loire, waar de bekende Pouilly-Fume vandaan komt, hoewel de smaakverschillen tussen beide wijnen zelfs voor kenners moeilijk te herkennen zijn.
Door het klimaat, de bodem en de ligging, wordt er in Sancerre traditioneel veel Sauvignon Blanc verbouwd, voor de beroemde witte wijnen van Sancerre. De Sauvignon's uit Sancerre zijn subtiel, mineralig, grassig, met vaak smaken van groene appel, limoen en citroen. Ook vind je soms een wat rokerige smaak (kenners noemen het buskruit) terug in de wijn, door het vuursteen in de bodem. Door het klimaat, de ligging en de grondsoorten, zijn de sauvignons uit Sancerre veel subtieler en verfijnder dan de meer bombastische sauvignons uit de nieuwe wereld (zoals uit Nieuw-Zeeland bijvoorbeeld). De wijnen worden ook niet of nauwelijks gerijpt op eiken en zijn relatief jong, wat ervoor zorgt dat je in een glas Sancerre heel goed terugproeft van wat voor soort bodem de druiven komen, dat maakt het drinken een hele leuke ervaring.
De rode wijnen en roses uit Sancerre zijn voor de Nederlandse markt relatief nieuw, maar worden daar al sinds jaar en dag verbouwd. In de periode dat Sancerre onder het Groothertogdom Bourgondië viel schijnt de pinot noir (traditioneel een Bourgogne-druif) in Sancerre te zijn geïntroduceerd, naast pinot noir werd traditioneel ook Gamay verbouwd. Toen eind 19e eeuw de phylloxera epidemie (een druivenziekte) toesloeg, zijn de meeste Gamay wijngaarden opgehouden te bestaan en werd pinot noir de dominante rode druif. De pinot noirs in Sancerre geven een warme, fruitige, bloemige, delicate en lichte rode wijn. Rode wijnen die ook prima (licht) gekoeld gedronken kunnen worden, zelfs bij een stuk gegrilde zalm bijvoorbeeld. De roses, die doorgaans ook van pinot noir worden gemaakt, zijn relatief licht van smaak maar zeer fruitig met tonen van frambozen en aardbeien.